Eiseres heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte heeft gesteld dat niet is gebleken dat de woonsituatie als levensontwrichtend dan wel levensbedreigend kan worden aangemerkt.
De rechtbank stelt vast dat bij de aanvraag, die zich onder de gedingstukken bevindt, enkele medische stukken zijn gevoegd, die niet leesbaar zijn. Dit betreft een brief van de psycholoog van Impegno GGZ van 13 november 2018 ten aanzien van de partner van eiseres en een brief van de psycholoog PoH-GGZ van [gezondheidscentrum] ten aanzien van eiseres zelf. In het GGD-advies (overweging 1.2.) is evenwel vermeld dat haar partner voornoemde brief van 13 november 2018 heeft overgelegd. Nu hierbij geen bijzonderheden zijn vermeld, gaat de rechtbank ervan uit dat de GGZ-arts bij zijn beoordeling beschikte over een leesbaar exemplaar. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres meegedeeld dat uit de betreffende brief van Impegno valt af te leiden dat de partner zich heeft aangemeld voor behandeling vanwege depressieve- en angstklachten. De partner heeft sinds drie jaar last van somberheidsklachten. Deze zijn in de laatste maanden toegenomen nadat hij is verhuisd van [wijk 1] naar zijn oude wijk, bij de [wijk 2] . De spanningsklachten zijn toegenomen en hij heeft meer moeite het huis uit te gaan. Hij ervaart veel spijt dat hij de keuze heeft gemaakt voor deze verhuizing. Het is voor het herstel en een voorspoedige behandeling van groot belang dat de partner een andere woning vindt, waardoor hij niet wordt geassocieerd met het verleden. De vraag voor urgentie voor een andere woning buiten deze wijk wordt onderschreven.
Bij brief van 20 januari 2020 heeft eiseres de rechtbank een meer leesbaar deel van de brief van haar psycholoog PoH-GGZ ingezonden, waarin is vermeld dat de basisdiagnose depressieve klachten is en dat de woonsituatie bijdraagt aan een versterking van de stoornis, waarbij stress een grote factor is. Deze psycholoog stelt de vraag of er een mogelijkheid is om de woonsituatie van eiseres te veranderen. Voor zover ervan zou moeten worden uitgegaan dat de GGD-arts niet over een leesbaar exemplaar beschikte, stelt de rechtbank in dit geval vast dat eiseres bij de anamnese hetzelfde naar voren heeft gebracht als in de brief van haar psycholoog is vermeld. Uit het vorenstaande volgt dat de GGD-arts beschikte over de medische informatie van eiseres en haar partner. Voorts is er contact geweest met Impegno en er is een collegiaal overleg gevoerd ten aanzien van de partner.
Naar het oordeel van de rechtbank is het GGD-advies op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze opgesteld, zodat verweerder in beginsel van de juistheid van dit advies mocht uitgaan. In het advies is onderkend dat de partner psychische klachten heeft. Uit de bevindingen van de GGD-arts noch de brief van 13 november 2018 volgt dat de psychische klachten zodanig verband houden met de huidige woonomgeving dat geoordeeld had moeten worden dat sprake is van levensbedreigende of levensontwrichtende omstandigheden. Een verdere inschatting kon niet worden gemaakt, omdat de partner zich aan behandeling had onttrokken. Dat voor de partner op 21 mei 2019 weer een intakegesprek met Impegno was gepland, maakt dit niet anders. Voor eiseres geldt dat haar psychische klachten in het GGD-advies eveneens zijn onderkend, maar uit de bevindingen van de GGD-arts noch uit de brief van haar psycholoog PoH-GGZ volgt dat de psychische klachten zodanig ernstig zijn dat geoordeeld had moeten worden dat sprake is van levensbedreigende of levensontwrichtende omstandigheden.
De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat in het GGD-advies gemotiveerd had moeten worden waarom van de brieven van de behandelend psychologen is afgeweken. De rechtbank is van oordeel dat de brieven van de behandelend psychologen, in relatie tot de overige bevindingen, kenbaar en afdoende zijn meegewogen.
Op het standpunt van eiseres in bezwaar dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om te reageren op het GGD-advies, heeft verweerder de overweging in het advies van de commissie gevolgd. De commissie heeft overwogen dat het feit dat eiseres niet in de gelegenheid is gesteld om te reageren, niet maakt dat het besluit onzorgvuldig is. Het advies is een van de gronden voor het besluit tot afwijzing van de aanvraag. Wanneer eiseres het daarmee niet eens is, kan zij daartegen bezwaar maken, hetgeen ook is gebeurd. Eiseres heeft in bezwaar geen onafhankelijk tegenadvies ingebracht. De rechtbank stelt vast dat eiseres in beroep dit standpunt van verweerder niet heeft weerlegd.
Voor zover eiseres in beroep heeft aangevoerd dat het gezin vrijwel nooit meer buiten komt, dat de kinderen nooit buiten kunnen spelen en dat ook om die reden sprake is van een levensontwrichtende situatie, overweegt de rechtbank dat de aanvraag alleen ziet op de medische problematiek van eiseres en haar partner. Voorts is dit standpunt niet met stukken onderbouwd.
De rechtbank stelt ten slotte vast dat eiseres geen medische informatie heeft ingebracht die maakt dat verweerder niet van het GGD-advies uit mocht gaan.
Gelet hierop heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres en haar partner zich niet in een levensontwrichtende situatie bevinden zodat zij niet voor een voorrangsverklaring in aanmerking dienen te komen.