ECLI:NL:RBDHA:2020:6973
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en geldigheid van ingebrekestelling
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak waarin zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant had verzet aangetekend tegen deze uitspraak, omdat hij van mening was dat de ingebrekestelling voldoende duidelijk was en dat verweerder op basis van het v-nummer had moeten begrijpen op welke aanvraag deze betrekking had. De mondelinge behandeling vond plaats via een beeldverbinding op 3 juli 2020, waarbij de opposant werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat de ingebrekestelling niet voldeed aan de vereisten, omdat deze niet duidelijk maakte op welke aanvraag deze betrekking had. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de indiener is om de aanvraag te typeren en dat het v-nummer alleen niet voldoende is. De rechtbank concludeerde dat er geen redelijke twijfel bestond over haar eerdere oordeel en dat het verzet ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. A.S. Hamans, en werd openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.