In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Downtown Property B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag over de weigering van een omgevingsvergunning. Eiseres, Downtown Property B.V., had een aanvraag ingediend om de functie van 18 studentenwoningen aan de Scheepmakersstraat te wijzigen naar logies. De rechtbank oordeelde dat de verblijfsduur van enkele weken tot maanden niet voldoende duurzaam is om als 'wonen' te worden aangemerkt. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders, heeft in redelijkheid het belang bij het behouden van de woningvoorraad laten prevaleren boven het belang bij het versterken van de logiesfunctie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag niet past binnen de woonbestemming en dat er geen toestemming is verleend voor het gebruik van het gebouw als studentenhotel of short stay. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de besluitvorming zorgvuldig was en dat er geen strijd was met het vertrouwensbeginsel of het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning rechtmatig was en dat de belangenafweging door de verweerder juist is uitgevoerd.