Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 14 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Overwegingen
bekeerlingengenomen. Eiser heeft moeite met het formuleren van zijn gedachten en is slecht met data. Verweerder had, in het licht van de recente uitspraak van de hoogste bestuursrechter [1] , moeten motiveren welke waarde gehecht wordt aan eisers kennis en activiteiten. Van eiser mag niet verwacht worden dat hij zijn diepgewortelde overtuiging voor zich houdt. Hij heeft daarom bij terugkeer naar Iran een gegronde vrees voor vervolging. Door zijn illegale uitreis, tatoeages en het niet vervullen van zijn dienstplicht loopt eiser gevaar bij terugkeer naar Iran. Hij verwijst daarbij naar een vergelijkbare zaak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 17 juni 2021 [2] . Wanneer eiser onder verhoogd toezicht komt te staan, zal ook zijn vader onder verhoogd toezicht komen te staan.
Bekeerlingen. Uit WI 2019/18 volgt dat verweerder bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van een bekering drie elementen betrekt, te weten: de motieven voor en het proces van bekering, de kennis van het nieuwe geloof en de praktische invulling hiervan. Alle drie de elementen worden betrokken bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van de bekering. De verklaringen van de vreemdeling over deze drie elementen moeten steeds bezien worden in hun onderlinge samenhang, maar ook in het licht van de overige omstandigheden, zoals de overige verklaringen van een vreemdeling en door hem verstrekte gegevens in de eventueel eerdere procedures. Volgens WI 2019/18 ligt het zwaartepunt bij de motieven voor en het proces van bekering.
Beslissing
mr.F.E.J. Valk, griffier.