ECLI:NL:RBDHA:2021:12399
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag op grond van veilig derde land
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep van een Syrische eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die in 1980 is geboren en de Syrische nationaliteit heeft, heeft zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar deze werd afgewezen op basis van de stelling dat Marokko als veilig derde land kan worden beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld door niet te onderzoeken of de eiser daadwerkelijk toegang kan krijgen tot Marokko, ondanks zijn claim dat hij geen uittreksel uit het strafregister kan verkrijgen, wat noodzakelijk is voor de aanvraag van een carte de résidence. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de eiser niet in aanmerking zou komen voor deze kaart en dat de weigering om de machtiging te verlenen niet voldoende is onderzocht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de eerder genoemde aspecten in acht moeten worden genomen. Tevens veroordeelt de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 1.496,-.