ECLI:NL:RBDHA:2021:15223
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot buiten behandeling laten van een aanvraag om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had op 23 januari 2020 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet. In een brief van 27 januari 2020 verzocht verweerder eiseres om aanvullende informatie, waaronder bankafschriften en een verklaring over haar financiële situatie van 1 juni 2019 tot en met 27 januari 2020. Verweerder heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten omdat de gevraagde informatie niet was ontvangen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 2 juni 2020. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 30 november 2021.
De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet binnen de gestelde termijn de gevraagde gegevens heeft verstrekt en dat verweerder in redelijkheid de aanvraag buiten behandeling heeft kunnen laten. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder beschuldigingen van fraude en het ontbreken van een redelijke termijn voor het aanleveren van gegevens, verworpen. De rechtbank concludeert dat de geboden hersteltermijn van twee weken voldoende was en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om de gevraagde informatie tijdig aan te leveren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.