Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 11 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
- een lidmaatschapspasje van de partij BNP;
- een verklaring van de heer [naam 2] , de voorzitter van de politieke jeugdpartij BNP;
- een krantenartikel.
- een arrestatiebevel;
- een vonnis;
- een oproep om te verschijnen voor de rechtbank;
- krantenartikelen;
- een brief van de advocaat van eiser uit Bangladesh;
- een rapport van het ziekenhuis.
Het forensisch medisch onderzoek is primair op waarheidsvinding gericht. Dit betekent dat het forensisch medisch onderzoek als instrument kan worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de geloofwaardigheidsbeoordeling bij een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
5.3 De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat er in het geval van eiser geen aanleiding bestond om een FMO te laten verrichten. Er waren in zijn geval voldoende aanwijzingen van littekens, fysieke en psychische klachten waardoor hij mogelijk niet compleet, coherent en consistent kon verklaren. De rechtbank betrekt hierbij dat de gemachtigde van eiser al in de correcties en aanvullingen van 6 december 2019 heeft aangegeven dat zij veel moeite had met het bespreken van het gehoor met eiser en dat zij twijfelt aan het vermogen van eiser om coherent te verklaren en dat een FMO in de rede ligt. Ook betrekt de rechtbank dat eiser tijdens de gehoren meerdere malen heeft aangegeven dat hij is gemarteld en hier littekens aan heeft overgehouden. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij een mannelijke tolk wil vanwege zijn trauma’s. Daarbij is ook van belang dat eiser in het eerste gehoor een medisch stuk van het ziekenhuis uit Bangladesh heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij opgenomen is geweest. Verder blijkt uit het procesdossier dat er driemaal een FMMU-onderzoek is geweest namelijk op 2 juli 2018, 1 november 2018 en 31 oktober 2019. Het FMMU-advies van 2 juli 2018 ontbreekt in het dossier en is ondanks een verzoek daartoe door de rechtbank, niet door partijen overgelegd, maar dat dit onderzoek heeft plaatsgevonden wordt door partijen niet betwist. In het iMMO-rapport is een weergave gegeven van wat in dit eerste FMMU-advies staat vermeld. Daaruit volgt dat eiser regelmatig pijn ervaart in zijn gehele lichaam naar aanleiding van de mishandelingen, dat hij veel droomt, vaak wakker wordt ’s nachts, dat eiser bang is, een wisselende stemming heeft en dat hij zich moeilijk kan concentreren. In het tweede FMMU-advies is vermeld dat rekening moet worden gehouden met een gevoel van alleen zijn dat door eiser als negatief en bedreigend wordt ervaren en dat dit zich kan uiten in oplopende spanning en stress, zichtbaar door forse emotionele reactie, spanningspijn, hoofdpijn, draaierigheid, duizeligheid, en trillende ledematen. In het derde FMMU-advies wordt nog vermeld dat eiser een gespannen indruk maakt, dat hij het verhaal vertelt met emoties en dat hij moeite heeft met exacte data bij gebeurtenissen plaatsen. De in dit advies gerapporteerde beperkingen zijn: zorgen, piekeren, hoofdpijnklachten, emoties en verwerkingsproblemen. Verder heeft eiser tijdens dit laatste FMMU-onderzoek zelf gemeld dat hij problemen heeft met inslapen en doorslapen, dat hij nachtmerries heeft, vermoeid wakker wordt, en veel nadenkt en piekert. Eiser heeft tijdens dit onderzoek ook verklaard dat hij littekens heeft op zijn armen, benen, rug, schouders en op zijn hoofd.
De rechtbank acht in dit kader ook van belang dat de gehoorambtenaar tijdens het nader gehoor heeft besloten het gehoor af te breken en op ander moment voor te zetten vanwege de klachten van eiser. Tijdens het tweede deel van het nader gehoor wijst de hulpverlener van eiser er nog op dat eiser psychische klachten heeft vanwege wat hij heeft meegemaakt en dat hij nog geen hulp hiervoor heeft ontvangen. Ten slotte blijkt dat eiser tijdens de gehoren meerdere malen zeer emotioneel wordt.
De Afdeling heeft in de uitspraken van 27 juni 2018 overwogen dat indien in het iMMO-rapport op concludente en inzichtelijke wijze is gesteld dat de psychische problematiek van de vreemdeling ten tijde van de gehoren zeer waarschijnlijk of zeker interfereerde met zijn vermogen om consistent en coherent te verklaren, verweerder hieraan niet voorbij kan gaan zonder zelf een medisch deskundige te raadplegen. Daartoe is wel vereist dat uit het iMMO-rapport blijkt op welke wijze de mate van waarschijnlijkheid dat de vreemdeling niet in staat was consistent te verklaren, is vastgesteld. Het iMMO-rapport moet daartoe vermelden welke medische gegevens uit de periode van de gehoren zijn betrokken en of het onderzoeksformulier van de FMMU daar deel van uitmaakte. Verder moet uit het iMMO-rapport blijken op welke onderdelen van het asielrelaas de beperking van het vermogen om consistent en coherent te verklaren, invloed heeft gehad. Als verweerder geen medisch deskundige inschakelt en de in het iMMO-rapport neergelegde conclusie aldus niet bestrijdt, maar het relaas toch ongeloofwaardig acht, zal hij nader moeten motiveren waarom dit volgens hem het geval is.
Documenten
Nu verweerder de geloofwaardigheidsbeoordeling uitsluitend heeft gebaseerd op de verklaringen van eiser en er daarbij vanuit is gegaan dat hij compleet, coherent en consistent kon verklaren, kan ook dat deel van het bestreden besluit geen stand houden. De rechtbank zal de beroepsgronden die daarop zien dan ook niet bespreken.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
binnen één weekna de dag van bekendmaking.