ECLI:NL:RBDHA:2021:2418
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor verhuiskosten op basis van de Participatiewet
In deze zaak heeft eiseres, een alleenstaande moeder met twee kinderen, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor verhuiskosten en inrichtingskosten van € 1.750,-. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Delft, omdat de kosten niet noodzakelijk zouden zijn en niet voortkwamen uit bijzondere omstandigheden. Eiseres had eerder een aanvraag gedaan die op 22 februari 2019 werd afgewezen, en haar bezwaar tegen deze afwijzing werd op 7 mei 2019 ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat zij plotseling moest verhuizen vanwege een agressieve buurman en een onvoorziene zwangerschap, maar de rechtbank oordeelde dat de verhuizing al geruime tijd voorzienbaar was, aangezien eiseres al lange tijd als woningzoekende was ingeschreven. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de bijstandsverlening rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat verweerder de aanvraag terecht had afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. P.M. de Keuning op 18 februari 2021.