Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
27 mei 2020 en 3 juni 2021 leidt niet tot een ander oordeel. De Afdeling heeft het rapport van 27 mei 2020 al bij haar uitspraak van 15 oktober 2020 betrokken en geconcludeerd dat ten aanzien van Italië nog altijd van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat uit het AIDA rapport van
3 juni 2021 geen wezenlijk ander beeld naar voren komt dan uit het eerdere rapport. Indien eiser van mening is dat Italië vanwege de lange duur van de formele registratie zijn verdragsverplichtingen schendt, dient hij hierover te klagen bij de betreffende (hogere) Italiaanse autoriteiten. Het beroep op het arrest Jawo slaagt evenmin. Uit dat arrest volgt namelijk dat eiser eerst aannemelijk moet maken dat hij bij terugname door Italië een risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM [9] (of artikel 4 van het Handvest). Daarin is eiser al niet geslaagd.
mr. F.E.J. Valk, griffier.