In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 mei 2021, wordt de aanvraag van eisers om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. Eisers, die de Sierra Leoonse nationaliteit hebben, willen bij hun gestelde vader verblijven. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de originele geboorteaktes van eisers niet voor nader onderzoek zijn vrijgegeven aan de ambassade van Sierra Leone. De rechtbank wijst erop dat het standpunt van verweerder, dat de ambassade onvoldoende technische expertise heeft, niet te volgen is en in tegenspraak is met eerdere communicatie van verweerder zelf.
Daarnaast constateert de rechtbank een schending van de hoorplicht, omdat eisers niet zijn gehoord over de afwijzing van hun aanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij verweerder wordt opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. De rechtbank draagt verweerder ook op om de originele geboorteaktes ter beschikking te stellen voor nader onderzoek en om eisers te horen over de familierechtelijke relatie, identiteit en feitelijke gezinsband.
De rechtbank oordeelt verder dat de proceskosten van eisers door verweerder vergoed moeten worden, evenals het griffierecht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming en de verplichting van de overheid om de rechten van betrokkenen te waarborgen.