ECLI:NL:RBDHA:2022:13797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering omzettingsvergunning voor koopwoningen in Leiden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2022, in de zaak SGR 21/2175, is het beroep van eisers gegrond verklaard. Eisers, rechthebbenden van een pand in Leiden, hadden een aanvraag ingediend voor een omzettingsvergunning om het pand om te zetten naar zeven onzelfstandige woonruimten. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden had deze aanvraag geweigerd op basis van de Huisvestingsverordening en de Beleidsregels onttrekking en woningvorming. De rechtbank heeft de weigering van de vergunning buiten toepassing gelaten, omdat de vergunningplicht voor koopwoningen uit het hogere prijssegment niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de gemeenteraad niet zonder meer alle woningen als vergunningplichtig kan aanwijzen zonder aan te tonen dat dit noodzakelijk is voor het bestrijden van schaarste aan goedkope woonruimte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunningplicht in dit geval in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel, omdat er geen afdoende onderbouwing was voor de noodzaak van de vergunningplicht voor het omzetten van koopwoningen in het hogere prijssegment. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.