Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 augustus 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. De maatregel van bewaring werd op 5 september 2022 opgeheven, waarna de rechtbank de zaak op zitting heeft behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling niet in de macht van de Staatssecretaris was, aangezien hij in een opvangcentrum verbleef en vrij was om dit centrum te verlaten. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend had gehandeld bij de voorbereiding van de overdracht aan Frankrijk, die op de veertiende dag van de bewaring plaatsvond. De rechtbank concludeerde dat de bewaring niet onrechtmatig was geweest en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.