ECLI:NL:RBDHA:2022:5070
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de eerste ziektedag door het Uwv in het kader van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Intro Uitzendbureau B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de vaststelling van de eerste ziektedag van een ex-werkneemster. De ex-werkneemster had zich op 10 juli 2019 ziek gemeld, maar het Uwv had deze datum vastgesteld op 10 juli 2019, wat door de eiseres werd betwist. Eiseres stelde dat de eerste ziektedag op 30 januari 2020 moest worden vastgesteld, omdat de ex-werkneemster van 23 september 2019 tot en met 17 november 2019 zonder klachten had gewerkt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat het Uwv zijn besluiten omtrent de mate van arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vaststelling van de eerste ziektedag door het Uwv, en dat de ex-werkneemster op 18 november 2019 ziek uit dienst is gegaan. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.