Uitspraak
verwerende partij in reconventie,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 december 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie en van (voorwaardelijke) eis in reconventie;
- de incidentele conclusie inzake vordering tot inzage ex artikel 843a Rv, tevens houdende de conclusie van repliek in conventie en van (voorwaardelijk) antwoord in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens houdende de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte uitlaten jurisprudentie van Dexia;
- de antwoordakte van [eiser] .
2.2. De feiten
- in het incident:
Dexia zal veroordelen om [eiser] een afschrift te verstrekken van het aanvraagformulier van de onderhavige overeenkomst,
- in de hoofdzaak:
2. voor recht zal verklaren dat [eiser] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige handelen van Dexia en dat Dexia gehouden is om deze schade aan [eiser] te vergoeden,
3. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser] van al datgene dat [eiser] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. voor recht zal verklaren dat [eiser] de door Dexia gevorderde restschuld niet verschuldigd is,
6. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
1. voor recht zal verklaren dat Dexia met betrekking tot de overeenkomst met contractnummer [contractnummer] , na betaling aan [eiser] van een bedrag van € 70,21, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 februari 2006, aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [eiser] verschuldigd is,
2. [eiser] zal veroordelen in de proceskosten.
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering van [eiser] in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
’ [eiser] is voor het eerst in contact gekomen met AFAB in 2000. [eiser] heeft AFAB
ATP0932, opgemaakt te Amsterdam,
ATP00932-Amsterdams Financieel Advies Bureau B.V.,
- een kopie van een brief van 15 juni 2000 van AFAB aan [eiser] , waarin te lezen is:
‘(…).Naar aanleiding van onze plezierige gesprekken, doe ik U dezeUnieke 5-jarige spaarkredietovereenkomst toekomen. (…).
- een kopie van een stuk met opschrift ‘Prognose Capital Effect’, afkomstig van AFAB, waarop aan de hand van een geleast kapitaal van € 8.510,64, een maandbedrag van € 90,76 en een looptijd van 10 jaar, berekend wordt wat de gevolgen daarvan zijn voor de bruto investering na 10 jaar, het ontvangen stockdividend, het tijdens de looptijd belastingvrij ontvangene, de netto investering na 10 jaar, het netto gemiddeld maandbedrag, de waarde van de aandelen na 10 jaar, de restant hoofdsom en de belastingvrije uitbetaling na 10 jaar bij een koersstijging van 16%, een en ander met alternatieve koersstijgingen van 14%, 12% en 18%,
- enkele screenshots van de website van AFAB zoals die eruitzag op 25 april 2003, waarop (onder andere) te lezen is:
‘(…).Onze adviseurs doen U namelijk graag een op maat gesneden aanbieding en berekenen, afhankelijk van Uw persoonlijke situatie,wat voor U de voordeligste vorm is!(…).’,
Hetgeen Dexia in dit verband heeft aangevoerd maakt het voorgaande niet anders.
5.Beslissing
€ 660,00