ECLI:NL:RBDHA:2023:15295
Rechtbank Den Haag
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Somalische nationaliteit, op 11 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 mei 2023 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft eiser op 5 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De staatssecretaris heeft gereageerd met stukken en een verweerschrift, waarop eiser heeft gereageerd.
De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten, omdat partijen niet hebben aangegeven gebruik te willen maken van hun recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 11 juli 2022 verstrijkt, is overschreden. De staatssecretaris had de termijn op 27 juni 2022 met negen maanden verlengd, waardoor de nieuwe termijn op 11 april 2023 zou verstrijken. Aangezien de termijn is overschreden en eiser rechtsgeldig in gebreke is gesteld, is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen vier weken na het afnemen van het gehoor op 13 oktober 2023 een besluit op de aanvraag van eiser bekend te maken. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.