In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 19 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, waarbij Frankrijk als verantwoordelijk land is aangewezen. De rechtbank heeft de zaak op 4 september 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft aangevoerd dat er een reëel risico op indirect refoulement bestaat, omdat hij in Frankrijk niet in staat zou zijn om nieuwe feiten en omstandigheden aan te voeren in een opvolgende asielprocedure. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat het beschermingsbeleid in Frankrijk fundamenteel verschilt van dat in Nederland. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris zich terecht baseert op de Dublinverordening en dat de Franse autoriteiten gebonden zijn aan internationale verdragen.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat er structurele tekortkomingen zijn in de opvangvoorzieningen in Frankrijk, wat zou betekenen dat hij in strijd met artikel 4 van het EU Handvest in een onmenselijke situatie terecht zou komen. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan baseren, ondanks de problemen die in de opvangvoorzieningen zijn gerapporteerd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag van eiser terecht niet in behandeling heeft genomen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.