ECLI:NL:RBDHA:2023:17677
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 augustus 2023. Dit besluit houdt in dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de facultatieve groep, waaronder eiser valt, te beëindigen. Dit is in overeenstemming met eerdere uitspraken van de rechtbank en er is geen strijd met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Eiser's argumenten over het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel worden verworpen, omdat de rechtbank oordeelt dat er een gerechtvaardigd onderscheid is tussen de verschillende groepen ontheemden. De rechtbank stelt vast dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet onevenredig is en dat eiser voldoende alternatieven heeft voor zijn verblijf in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.