ECLI:NL:RBDHA:2023:18300
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2023 wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op grond van de Dublinverordening, waarbij Polen als verantwoordelijk land is aangewezen. Eiser betwist deze beslissing en voert aan dat hij bij terugkeer naar Polen geen toegang zal krijgen tot de asielprocedure, en dat er in Polen structurele tekortkomingen zijn in de rechtsstaat die zijn rechten zouden schenden.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling heeft genomen omdat Polen het verzoek om terugname heeft aanvaard. Eiser heeft echter geen overtuigend bewijs geleverd dat zijn rechten in Polen in gevaar komen. De rechtbank wijst erop dat, hoewel er zorgen zijn over de onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht, dit niet automatisch betekent dat eiser een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Polen geen toegang zal hebben tot de asielprocedure.
Daarnaast behandelt de rechtbank de vrees van eiser voor detentie en pushbacks in Polen. Eiser verwijst naar verschillende rapporten die deze zorgen onderbouwen, maar de rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat Dublinterugkeerders systematisch in detentie worden geplaatst. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.