ECLI:NL:RBDHA:2023:20040
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een asielaanvraag van een Syrische eiser met betrekking tot Bulgarije
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van een Syrische eiser beoordeeld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn asielaanvraag. De eiser, geboren in 2002, heeft op 13 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is op 1 september 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 6 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de eiser al een asielstatus in Bulgarije heeft. De eiser betoogt dat hij in Bulgarije geen toegang heeft tot voorzieningen voor statushouders vanwege het ontbreken van een verblijfsdocument, wat leidt tot een onmenselijke situatie. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en rapporten die de situatie van statushouders in Bulgarije beschrijven, maar oordeelt dat de situatie niet zo ernstig is dat het in strijd is met internationale verdragen.
De rechtbank wijst ook het beroep van de eiser op het beginsel van non-refoulement af, omdat de staatssecretaris mag aannemen dat de eiser nog steeds internationale bescherming geniet in Bulgarije. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep ongegrond is. De eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en de uitspraak is openbaar gemaakt op 12 december 2023.