ECLI:NL:RBDHA:2023:6599
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 1 december 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 juni 2021 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser was verlengd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verlenging was rechtsgeldig, waardoor de ingebrekestelling van eiser op 27 september 2022 te vroeg was ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een situatie die de verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde. Hierdoor was het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.