In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 24 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris heeft deze maatregel op 12 april 2023 opgeheven. De rechtbank behandelt het beroep en de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de bewaring is opgeheven voordat de zitting had plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht, maar dat dit gebrek niet leidt tot onrechtmatigheid van de bewaring, omdat eiser niet in zijn belangen is geschaad. De rechtbank oordeelt dat de bewaring rechtmatig was en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Wel wordt de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de staatssecretaris in het kader van de Vreemdelingenwet en de noodzaak om vreemdelingen adequaat te informeren over hun rechten.