ECLI:NL:RBDHA:2023:8723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van minderjarige vreemdeling met Nigeriaanse nationaliteit en beoordeling van adequate opvang in Nigeria
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse minderjarige, eiser, die op 15 januari 2020 asiel heeft aangevraagd in Nederland. Eiser, die bij zijn aanvraag minderjarig was, vreesde bij terugkeer naar Nigeria te worden opgepakt vanwege zijn seksuele geaardheid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft zijn aanvraag op 3 april 2023 afgewezen, wat eiser heeft bestreden. Tijdens de zitting op 1 juni 2023 waren de gemachtigden van beide partijen aanwezig, maar eiser zelf was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de minderjarigheid van eiser en dat er geen adequaat onderzoek is gedaan naar opvangmogelijkheden in Nigeria. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris niet in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen die voortvloeien uit het arrest TQ, omdat eiser binnen een maand na zijn aanvraag meerderjarig werd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat hij voortvarend heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is om de afwijzing van de asielaanvraag te herzien.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.