ECLI:NL:RBDHA:2023:9282
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van Nigeriaanse eiser in vreemdelingenrechtelijke procedure met betrekking tot voortduren van de maatregel en medische omstandigheden
Op 28 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Nigeriaanse eiser die in bewaring is gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 31 maart 2023 de maatregel van bewaring opgelegd, waartegen de eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft op 23 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij de eiser zich liet vertegenwoordigen door een waarnemer van zijn gemachtigde. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en zich gebogen over de rechtmatigheid van de voortzetting van de maatregel van bewaring.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure en dat er zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris sinds het vorige onderzoek diverse stappen heeft ondernomen, waaronder het voeren van vertrekgesprekken en het aanvragen van een laissez-passer bij de Nigeriaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelt dat de eiser, ondanks zijn psychische klachten, niet voldoende heeft aangetoond dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is. De rechtbank heeft ook overwogen dat de medische zorg in het detentiecentrum toereikend is en dat de eiser voldoende mogelijkheden heeft gehad om zijn medische situatie naar voren te brengen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.