ECLI:NL:RBDHA:2024:10345
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor woninginrichting op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting, welke was afgewezen door verweerder. Eiser had eerder al bijzondere bijstand ontvangen, maar was van mening dat de toegekende bedragen niet voldoende waren om in zijn noodzakelijke kosten te voorzien. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten voor nieuwe gordijnen en een wasdroger niet als noodzakelijk werden beschouwd, en dat eiser niet had aangetoond dat de eerder toegekende bijstand niet voldoende was. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand terecht was, omdat eiser niet had aangetoond dat hij niet in zijn noodzakelijke kosten kon voorzien. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.