Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 22 maart 2024 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 6 december 2022. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiser heeft op 6 december 2022 een asielaanvraag ingediend en is op 3 maart 2023 toegelaten tot de nationale asielprocedure. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 3 september 2023, maar werd verlengd tot 3 juni 2024 door de inwerkingtreding van WBV 2022/22. Eiser heeft de staatssecretaris op 8 maart 2024 in gebreke gesteld, maar deze ingebrekestelling was prematuur omdat de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.