Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 26 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 29 december 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag op 29 mei 2023 eindigde, maar dat deze termijn met negen maanden was verlengd tot 29 februari 2024. Eiseres heeft verweerder op 4 juli 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 7 augustus 2024 door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier S. Mohandes, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.