In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, een minderjarige asielzoeker, heeft bezwaar gemaakt tegen zijn overplaatsing naar een opvang voor meerderjarigen. Hij stelt dat hij ten onrechte als meerderjarig is aangemerkt door de minister van Asiel en Migratie, die zijn geboortedatum heeft gewijzigd op basis van informatie uit Italië. Verzoeker heeft op 29 oktober 2023 asiel aangevraagd en verklaard dat hij geboren is in 2007, maar de Italiaanse autoriteiten hebben hem geregistreerd met een geboortedatum van 2004. Dit heeft geleid tot zijn overplaatsing naar een meerderjarigenopvang per 11 juni 2024.
De voorzieningenrechter heeft op 2 augustus 2024 geoordeeld dat het COA had moeten wachten met de overplaatsing, omdat er concrete aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de leeftijd van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker in zijn bezwaarschrift tegen de leeftijdswijziging heeft aangegeven dat hij beschikt over een originele geboorteakte, wat reden geeft om aan de leeftijdsregistratie te twijfelen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat verzoeker teruggeplaatst moet worden naar de minderjarigenopvang, waar hij de behandeling van zijn bezwaarschrift kan afwachten. Tevens is het COA veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.750,-.