Uitspraak
[eiser] , eiser,
Inleiding
Twi spreekt, heeft verweerder evenmin een doorslaggevende reden hoeven vinden om niet uit te gaan van de Zuid-Afrikaanse nationaliteit. Deze beroepsgrond slaagt niet.
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, die stelt Ghanese nationaliteit te hebben, heeft een Zuid-Afrikaans paspoort waarmee hij een Spaans visum heeft aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft aangenomen dat het Zuid-Afrikaanse paspoort authentiek is, aangezien eiser hiermee zonder problemen Zuid-Afrika heeft kunnen verlaten. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij de Ghanese nationaliteit bezit en heeft geen bewijs geleverd dat zijn Zuid-Afrikaanse paspoort frauduleus is verkregen. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Zuid-Afrika een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 27 augustus 2024.