Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
de rechtbank begrijpt:12 juni 2017] staat dat eiser de verplichting heeft om terug te keren naar zijn land van herkomst dan wel een ander land buiten de Europese Unie waar zijn toelating is gewaarborgd. De laatste zinsnede is onvoldoende specifiek en in het aanvullend terugkeerbesluit zou deze dan moeten zijn benoemd als zijnde niet meer van toepassing. Dit is ten onrechte niet gebeurd. Verder heeft verweerder geen nader onderzoek gedaan dan wel onvoldoende vragen gesteld aan eiser met betrekking tot zijn familierelaties. Eiser heeft tijdens het gehoor aangegeven dat hij in België een kind heeft, maar is er ten onrechte niet op gewezen dat dit punt van belang kan zijn voor de vraag of het terugkeerbesluit van 12 juni 2017 rechtsgeldig is opgelegd en of het opleggen hiervan daarom opportuun is.
dat eiser de verplichting heeft om terug te keren naar zijn land van herkomst dan wel een ander land buiten de EU waar zijn toelating is gewaarborgd” niet langer van toepassing is. De hiertegen gerichte beroepsgrond slaagt niet.