Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.23142
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank, zittingsplaats Middelburg, heeft op 30 september 2024 uitspraak gedaan. Eiseres had op 18 oktober 2023 een aanvraag ingediend, waar verweerder binnen 90 dagen op had moeten beslissen. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken zonder dat er een besluit is genomen, waardoor verweerder in gebreke is gesteld. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld wordt. De rechtbank legt verweerder een termijn van acht weken op om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid tot verlenging indien nader onderzoek nodig is. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100 per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Eiseres heeft recht op verbeurde bestuurlijke dwangsommen ter hoogte van € 1.442, en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat informatie over de mogelijkheid tot het indienen van een verzetschrift indien eiseres het niet eens is met de uitspraak.