In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, wordt het beroep van een Ethiopische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, afkomstig uit Addis Abeba, heeft op 21 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 8 december 2023 als ongegrond is afgewezen. De staatssecretaris heeft de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres erkend, waarin zij beschrijft dat zij in juni 2020 is opgepakt en mishandeld vanwege haar etniciteit als lid van de Tigray bevolkingsgroep. Echter, de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft gesteld dat de situatie voor Tigreeërs in Addis Abeba sinds november 2022 is verbeterd, en dat er geen gegronde vrees voor vervolging bestaat bij terugkeer naar Ethiopië. De rechtbank wijst erop dat eiseres geen concrete aanknopingspunten heeft aangedragen om te twijfelen aan de informatie uit het Algemeen Ambtsbericht Ethiopië, dat de verbeterde situatie voor Tigreeërs bevestigt. Eiseres heeft ook geen overtuigend bewijs geleverd dat zij bij terugkeer te maken zal krijgen met stigmatisering vanwege haar HIV-status. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel en verklaart het beroep ongegrond.