Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
in beginselals adequate opvang geldt. Dat een amv-er in het land van terugkeer terecht kan bij zijn of haar ouders betekent dus niet automatisch dat verblijf bij die ouders ook verantwoord is. Ook in die situatie dient er een grondig onderzoek plaats te vinden waarbij
alle individuele omstandighedenworden betrokken. Dat verweerder dit (in voldoende mate) heeft gedaan is niet gebleken. In het voornemen (dat onderdeel uitmaakt van het bestreden besluit) stelt verweerder dat terugkeer naar Irak in het belang van eiseres is omdat haar ouders, broers en zussen in Irak wonen, zij het grootste gedeelte van haar leven is opgegroeid in het vluchtelingenkamp, zij het Koerdisch Kurmandji spreekt, zij in Irak onderwijs heeft gevolgd en er geen aanwijzingen zijn dat zij haar opleiding aldaar niet kan voortzetten, zij geen wezenlijke banden met Nederland heeft opgebouwd, niet is gebleken van een bijzondere kwetsbaarheid dan wel ernstige fysieke of mentale problemen en het belangrijk is dat zij zo snel mogelijk duidelijkheid verkrijgt over de vraag of zij in Nederland mag opgroeien (zie p. 4, onder kopje “Belangen van het kind”). In het voornemen (en in het bestreden besluit) heeft verweerder zich echter niet uitgelaten over de vraag of een gezonde ontwikkeling van eiseres in het vluchtelingenkamp Khanke mogelijk is gelet op de leefomstandigheden aldaar, haar geslacht, leeftijd en haar positie als Yezidi. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder nog het standpunt ingenomen dat de omstandigheden in de kampen in Duhok zijn verbeterd. Ter onderbouwing heeft de gemachtigde van verweerder gewezen op pagina’s 92 en 93 van het Algemeen Ambtsbericht Irak van november 2023 waaruit blijkt dat ontheemden in de kampen in Duhok zich relatief vrij konden bewegen en daardoor toegang tot diensten buiten de kampen hadden. Uit de aangehaalde passages volgt echter ook dat ontheemden toegang tot de diensten buiten de kampen hadden voor zover deze diensten beschikbaar zijn. Verweerder heeft niet geconcretiseerd om welke diensten het gaat en niet uitgelegd in hoeverre deze diensten (in het algemeen of voor eiseres specifiek) beschikbaar zijn. Daar komt bij dat uit de in beroep overgelegde brief van gedragswetenschapper [naam 4] van 11 september 2024 volgt dat een bepaling jeugdhulp voor eiseres is afgegeven en het doel van de aangewezen jeugdhulp is om eiseres te helpen bij het verwerken van haar trauma’s en te begeleiden bij het reguleren van haar emoties zodat zij beter kan slapen. Ter zitting heeft één van de begeleiders vanuit stichting Nidos toegelicht dat onderzocht is in welke mate eiseres last heeft van trauma’s en hieruit gebleken is dat eiseres daar hoog op scoort. De bepaling jeugdhulp is op grond daarvan afgegeven en volgende week staat voor eiseres een intake bij een psycholoog ingepland, aldus deze begeleider. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder het standpunt ingenomen dat de gestelde psychische problematiek van eiseres niet beoordeeld kan worden omdat een medisch dossier ontbreekt. Er bestaat naar het oordeel van de rechtbank echter geen rechtsregel die zich ertegen verzet dat verweerder in het kader van het buitenschuldbeleid amv de medische situatie van een amv-er aan de hand van andere (medische) stukken beoordeelt. Gelet hierop is verweerder dus niet deugdelijk ingegaan op wat de impact is op de ontwikkeling van eiseres als zij zou moeten terugkeren naar het vluchtelingenkamp Khanke en of eventuele behandeling in dat kamp aanwezig is. Tot slot heeft verweerder niet afdoende gereageerd op de stelling van eiseres dat vanwege de aangekondigde sluiting van het vluchtelingenkamp Khanke eiseres met haar familie op straat zal belanden. Hoewel uit de overgelegde informatie blijkt dat de eerder aangekondigde sluiting van vluchtelingenkampen in de regio Duhok (op enkele vluchtelingenkampen in met name de buurt van Sulaymaniyah na) niet is doorgegaan, blijkt hieruit ook dat de sluiting nog niet geheel van de baan is. De sluiting van de vluchtelingenkampen is namelijk uitgesteld tot het einde van dit jaar. Het standpunt van verweerder dat een concreet zicht op sluiting van de vluchtelingenkampen ontbreekt, volgt de rechtbank dan ook niet. Voor zover verweerder zich (subsidiair) op het standpunt stelt dat bij sluiting van het vluchtelingenkamp Khanke eiseres (met haar familie) kan uitwijken naar andere delen van de regio of naar Sinjar, is ook dat standpunt niet deugdelijk gemotiveerd. Ten aanzien van andere delen van de regio of Sinjar heeft verweerder de beoordeling of eiseres kan rekenen op adequate opvang namelijk in zijn geheel niet gemaakt. In zoverre slaagt deze beroepsgrond ook.