Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
6 juni 2024 aan Duitsland een verzoek om terugname gedaan. Duitsland heeft dit verzoek op 10 juni 2024 op grond van artikel 18, eerste lid onder a van de Dublinverordening aanvaard.
6 juni 2024 een claim verstuurd naar de Duitse autoriteiten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is. Eén van de geboortedata van eiser zoals geregistreerd in Duitsland kwam overeen met de datum die de minister zelf had aangenomen. Er is daarom geen sprake van het toekennen van waarde of gewicht aan de leeftijdsregistratie van een andere lidstaat, anders dan ter bevestiging van de bevindingen van de minister. Het deel van de beroepsgronden met betrekking tot het overnemen van de registratie kan reeds om deze reden niet slagen, voor zover eiser heeft betoogd dat het onderzoek niet voldoet. De verwijzing naar het arrest Darboe van het EHRM en de uitspraak van de Afdeling van
9 oktober 2024 treft hierdoor eveneens geen doel, nu er geen sprake is van een overname van de leeftijdsregistratie uit Duitsland, maar deze is gebaseerd op eigen bevindingen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.S. Strating, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.