ECLI:NL:RBDHA:2024:21019
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van een Sierra Leoonse minderjarige en de procedurele waarborgen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een minderjarige asielzoeker uit Sierra Leone, en de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit van 3 oktober 2024 vernietigd. De eiser had zijn asielaanvraag ingediend op 20 april 2024, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de minister zich niet voldoende had gemotiveerd op het standpunt dat de conclusies van het leeftijdsonderzoek in Zwitserland betrouwbaar waren. De rechtbank stelde vast dat er twijfels bestonden over de leeftijd van de eiser, die volgens zijn eigen verklaring meerderjarig zou zijn, maar de medische onderzoeken in Zwitserland gaven geen eenduidig beeld. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de minister in strijd had gehandeld met de procedurele waarborgen voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, aangezien de voogd van de eiser niet aanwezig was bij het aanmeldgehoor. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de geconstateerde gebreken. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de eiser.