Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
verzoekster,
hierna: [naam 1],
gemachtigde: mr. N. Claassen,
[handelsnaam]
verweerster,
hierna: [naam 2],
gemachtigde: mr. M.A.J. Aerts.
1.Procedure
- het verzoekschrift van 25 juli 2024 met producties 1 t/m 19;
- het verweerschrift, tevens houdende tegenverzoek van 25 oktober 2024 met producties 1 t/m 9;
- aanvullende productie 20 van de zijde van [naam 1];
- aanvullende productie 10 van de zijde van [naam 2].
2.Feiten
Hé. Ik wil graag mijn excuses aanbieden voor het openlijk flirten met iedereen en dan vooral [naam 4]. Ik ben een fleurt en hou van vrouwen. Ik had ieder geval niet het voel dat ik te ver ging met mijn opmerkingen maar dat was wel zo voor sommige. Nogmaals wil ik daarvoor mijn excuses aanbieden en dit zal nooit meer voorvallen dat ik een raare opmerking richting jullie maakt wat sexueel getint is. Nogmaals ik ben geen viezerik maar hou van flirten. Nogmaals mijn excuses daarvoor. Ik hier zelf ook mee aan de slag. Nogmaals mijn excuses als ik sommige een raare gevoel heb gegeven.”
Op het moment dat de (praktijk)leerovereenkomst voortijdig door Leerling-werknemer, dan wel de school wordt beëindigd, eindigt deze arbeidsovereenkomst per dezelfde datum.”
De bpv-gegevens’ opgenomen:
Geplande einddatum bpv 12-07-2024”
de inzet van een arbeids- en organisatiedeskundige om te voorkomen dat er nieuwe ziekmeldingen ontstaan aangezien deze ziekmelding niet de enige ziekmelding is die ontstaan is door de omgangsvormen op de werkvloer.”
Deze week kreeg cliente bericht van de opleidingsinstelling [schoolinstituut] College waar deze werknemers een BPV overeenkomst hadden en een opleiding Sociaal Werk volgden, dat deze de opleiding gestaakt heeft met ingang van 1 april 2024.
Gezien het feit dat de arbeidsovereenkomsten van rechtswege geëindigd zijn, heeft mediation geen zin meer.
3.Verzoek, tegenverzoek, grondslag en verweer
4.Beoordeling
geplandeeinddatum is opgenomen en dat daarmee niet bedoeld is dat de overeenkomst per die datum eindigt. Volgens [naam 1] dient de BPV-overeenkomst namelijk in stand te blijven totdat zij haar opleiding heeft behaald en was de opgenomen datum van 12 juli 2024 slechts de geplande einddatum van de opleiding. Nu [naam 1] haar studie echter niet per die datum heeft afgerond, is de BPV-overeenkomst volgens [naam 1] dus ook niet per die datum geëindigd. Tegen deze gemotiveerde uitleg van de BPV-overeenkomst heeft [naam 2] onvoldoende ingebracht. [naam 2] heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat de ontbindende voorwaarde per 12 juli 2024 is ingetreden vanwege het eindigen van de BPV-overeenkomst.
ex artikel 7:681 BW juncto 7:671 BW’ betreft. De kantonrechter zal in de beslissing dan ook de vernietiging van de opzegging toewijzen. Het staat immers vast dat [naam 1] niet met de opzegging heeft ingestemd en dat geen van de andere opzegmogelijkheden van artikel 7:671 BW aan de orde is. De opzegging is daarom op grond van artikel 7:681 BW vernietigbaar. Nu de opzegging wordt vernietigd en niet is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst op andere wijze tussentijds is beëindigd, moet ervan worden uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst heeft voortgeduurd tot het einde van rechtswege op 31 juli 2024. De door [naam 1] verzochte verklaring voor recht met die strekking wordt toegewezen. De daarmee strijdige door [naam 2] verzochte verklaring voor recht wordt afgewezen.
dat[naam 2] heeft ingegrepen, niet
waaromzij dat heeft gedaan. Van ernstig verwijtbaar handelen door [naam 2] is naar aanleiding van het incident op het personeelsweekend dan ook geen sprake.
in de uitvoering van haar werkzaamhedenin de zin van artikel 7:658 BW. Verder volgt uit de voorgaande overwegingen dat [naam 1] ook onvoldoende heeft onderbouwd dat [naam 2] zich niet als een goed werkgever heeft gedragen in de zin van artikel 7:611 BW of dat zij onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW door na te laten in te grijpen op seksueel grensoverschrijdend gedrag gepleegd door [naam 3]. Beide verzochte schadevergoedingen worden daarom afgewezen.