ECLI:NL:RBDHA:2024:2431
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Armeense eiseres op grond van veilig land van herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Armeense eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, geboren op een onbekende datum, heeft op 22 november 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 19 december 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op de overweging dat Armenië als veilig land van herkomst wordt beschouwd.
De rechtbank heeft het beroep op 1 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, waarbij eiseres aanvoert dat zij problemen ondervindt van een hooggeplaatste functionaris in Armenië, die haar en haar gezin zou bedreigen. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Armenië ten aanzien van haar niet veilig is, en dat zij geen hulp heeft gezocht bij de autoriteiten in Armenië.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiseres heeft niet aangetoond dat Armenië voor haar persoonlijk niet veilig is, en de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat terugkeer naar Armenië voor eiseres niet onveilig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af.