AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 8 EVRM en hardheidsclausule
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2024, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd beoordeeld. Eisers, een echtpaar van Chinese nationaliteit, hadden op 11 februari 2022 een aanvraag ingediend om bij hun meerderjarige dochter in Nederland te verblijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag afgewezen, met als argument dat eisers niet beschikten over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een vrijstelling van dit vereiste rechtvaardigden. De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM in het nadeel van eisers uitvalt. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan in het beroep. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.
Voetnoten
1.Machtiging tot voorlopig verblijf.
2.Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
3.Op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4.Artikel 3.71, tweede lid, onder l van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb).
5.Paragraaf B7/3.8 en B9/14 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
6.Uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 1 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW4897.; Zie ook WI 2020/16 Richtlijnen voor de toepassing van artikel 8 EVRM. 7.Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
8.Uitspraken van het EHRM van 2 augustus 2001 (
13.Artikel 3.71, derde lid van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) en paragraaf B1/4.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
14.Systeem van personenregistratie in China.
15.Het Hof van Justitie van de Europese Unie.
16.Uitspraak van het HvJEU van 7 augustus 2018, ECLI:EU:C:2018:632.
17.De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).
20.Op grond van artikel 8:81 en 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).