Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat betreft de rechtsbijstand in Bulgarije verwijst de rechtbank voor haar oordeel naar de uitspraak van de Afdeling van 16 oktober 2023 [6] , waaruit volgt dat de manier waarop rechtsbijstand is ingericht in Bulgarije in lijn is met artikelen 20 en 21 van de Procedurerichtlijn.
Nu eiser zijn verklaringen over de mishandeling in detentie niet nader met stukken heeft onderbouwd, heeft de staatssecretaris daaraan terecht niet die betekenis toegekend die eiser daaraan wenst toe te kennen. Op grond van bovenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat eiser bij overdracht aan Bulgarije een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Als eiser van mening is dat de Bulgaarse autoriteiten zich niet aan hun Europeesrechtelijke verplichtingen houden, kan hij hierover klagen bij de Bulgaarse autoriteiten. Uit de aangehaalde Afdelingsrechtspraak van 29 februari 2024 blijkt dat – anders dan eiser betoogt – van hem wel verwacht mag worden dat hij klaagt en niet gebleken is dat dit voor hem onmogelijk zou zijn.