ECLI:NL:RBDHA:2024:7130

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
10 mei 2024
Zaaknummer
NL24.14796
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen buitenbehandelingstelling van asielaanvraag van Soedanese eiser

In deze zaak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Soedanese nationaliteit, tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 19 oktober 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Echter, verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft op 5 april 2024 deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiser de behandeling van zijn asielaanvraag niet heeft afgewacht en per 28 februari 2024 met onbekende bestemming is vertrokken.

De rechtbank heeft de zaak op 1 mei 2024 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde, mr. A. Jhingoer, zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. S. Zuithoff. De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Uit het dossier blijkt dat eiser sinds zijn vertrek met onbekende bestemming geen contact heeft gehad met zijn gemachtigde, wat volgens vaste rechtspraak betekent dat hij kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland.

De rechtbank concludeert dat eiser geen rechtens te beschermen belang heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2024 door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.14796
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. A. Jhingoer),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. S. Zuithoff).

Procesverloop

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag. Eiser stelt van Soedanese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2004. Hij heeft op 19 oktober 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 5 april 2024 deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiser de behandeling van zijn asielaanvraag niet heeft afgewacht en per 28 februari 2024 met onbekende bestemming is vertrokken.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL24.14797, op 1 mei 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft daarvoor de volgende motivering.
2. De rechtbank beantwoordt allereerst de vraag of eiser procesbelang heeft bij het beroep. Uit het dossier blijkt immers dat eiser volgens meldingen van het COA en de politie per 28 februari 2024 met onbekende bestemming is vertrokken.
3. De rechtbank heeft gemachtigde verzocht om inlichtingen te verstrekken over het verblijf van eiser en het contact met eiser. In reactie hierop heeft de gemachtigde van eiser bij bericht van 29 april 2024 laten weten dat hij op dit moment geen contact heeft met eiser.
zaaknummer: NL24.14796 2
4. Uit vaste rechtspraak1 volgt dat, als de vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder aan verweerder te laten weten waar hij verblijft, er in beginsel van dient te worden uitgegaan dat hij kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. Dit is slechts anders als een vreemdeling laat weten dat hij contact met zijn gemachtigde onderhoudt en dus nog prijsstelt op deze bescherming. Dit houdt in dat de gemachtigde weet dat een vreemdeling nog in Nederland verblijft, waar hij verblijft en met de vreemdeling contact heeft over de verdere voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt.
5. Nu eiser geen contact heeft met zijn gemachtigde valt niet in te zien dat hij nog prijs stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen rechtens te beschermen belang bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
6. Het beroep is dus niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2024 door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
1. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.
2 ABRvS 30 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3988.
zaaknummer NL24.14796 3
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
02 mei 2024

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.