ECLI:NL:RBDHA:2024:7326
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het voortduren van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 4 augustus 2023 en is sindsdien voortgezet. Eiser heeft eerder beroep ingesteld tegen deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft de maatregel van bewaring eerder getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 3 april 2024 rechtmatig was. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 8 mei 2024 gesloten en bepaald dat een zitting niet nodig was.
Eiser voert aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is, omdat hij al bijna 10 maanden in bewaring zit en er geen laissez-passer is afgegeven. De rechtbank oordeelt dat deze beroepsgrond niet slaagt, aangezien deze eerder is beoordeeld. Eiser stelt ook dat de staatssecretaris had moeten volstaan met een lichter middel, maar ook deze beroepsgrond wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeert dat er geen grond is om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.