ECLI:NL:RBDHA:2024:8338
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en oplegging van dwangsom
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.G. Grigorjan, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar asielaanvraag. Eiseres had op 30 januari 2024 beroep ingesteld, nadat de staatssecretaris niet binnen de wettelijk vastgestelde termijn had beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, maar niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft de staatssecretaris in gebreke gesteld en een termijn van twee weken opgelegd om alsnog een besluit te nemen. Daarnaast is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt op 31 mei 2024.