3.3Tussen partijen is de belangenafweging in geschil. De belangenafweging valt volgens verweerder in het nadeel van eisers en referent uit. Daarbij heeft verweerder in het voordeel meegewogen dat:
- sprake is van een objectieve belemmering om het gezinsleven in Syrië uit te oefenen, dit weegt volgens verweerder zwaar in het voordeel mee;
- referent sterke banden heeft met Nederland;
- er geen gevaar voor de openbare orde, nationale veiligheid of de volksgezondheid is;
- eisers beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding.
- eisers en referent een sterke binding met Syrië hebben.
- eisers geen binding met Nederland hebben; zij zijn nooit in Nederland geweest, spreken de taal niet en kennen de cultuur en gebruiken niet. Eisers zoon/broer [broer] woont in Nederland sinds 15 september 2015 en is bij besluit van 13 juli 2020 genaturaliseerd tot Nederlander. [broer] heeft eerder in 2016 tevergeefs een mvv voor eisers aangevraagd. Daarna is er geen actie meer verricht. Dat [broer] banden heeft met Nederland ziet verweerder niet als een reden om dat in het voordeel mee te wegen. Eisers willen al bijna zes jaar naar Nederland komen. Niet gesteld of aangetoond is welke aantoonbare en realistische voorbereidingen zijn genomen door eisers om het gezinsleven met hun zoon/broer in Nederland uit te oefenen of te vergemakkelijken;
- voor de ouders en de broer in Syrië geen reguliere regelgeving bestaat; op het moment dat referent in Nederland aankwam was hij 18,5 jaar;
- het economisch belang van Nederland zwaar weegt: eisers voldoen niet aan het middelenvereiste. Referent ontvangt vanaf november 2020 een bijstandsuitkering. Eiser verricht geen inspanningen om aan het werk te komen;
- referent op geen enkel moment bij zijn broer [broer] in Nederland heeft verbleven, terwijl referent wel had verklaard dat hij voor hereniging met hem naar Nederland wilde komen. Referent is ten tijde van het besluit 22 jaar en had kennelijk na aankomst in Nederland geen verzorgende en opvoedende steun van zijn broer [broer] nodig;
- niet zomaar uit kan worden gegaan van de gestelde psychische klachten van referent. Referent is niet naar een arts geweest. Verweerder weegt mee dat hij geen goed contact heeft met zijn broer [broer] en zijn ook in Nederland wonende oom, en ook dat hij het huis amper uitgaat, dat hij zijn taallessen verwaarloost en dat hij geen energie heeft om dingen in huis op te pakken, maar niet gebleken is dat hij zich niet zelfstandig kan redden;
- er geen afbreuk wordt gedaan aan de Gezinsherenigingsrichtlijn: er zijn geen eerdere aanvragen van referent.
4. Eisers voeren aan dat de belangenafweging ten onrechte en onvoldoende gemotiveerd in het nadeel van eisers uitvalt. Uit de Werkinstructie 2020/16 volgt dat er een objectieve belemmering is om het gezinsleven in Syrië uit te oefenen. En ook dat daardoor een positieve verplichting voor verweerder bestaat om het gezinsleven in Nederland toe te staan. Verweerder heeft ondanks de elementen die hij in het voordeel van eisers en referent heeft meegewogen, de belangenafweging ten onrechte in het nadeel laten doorslaan enkel vanwege het Nederlands economisch belang. Volgens eisers mag dit niet omdat het economisch belang slechts één van de factoren is die mag worden meegenomen. Eisers verwijzen hierbij naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Hasanbsic tegen Zwitserland, een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 4 maart 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:2984) en zittingsplaats Arnhem van 24 februari 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:1625). Daarbij komt dat referent juist als zijn gezin naar Nederland komt kan gaan bijdragen aan de Nederlandse economie.