In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van een Syrische eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had de asielaanvraag van de eiser op 12 januari 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Filipijnen als veilig derde land werden beschouwd. De eiser, die sinds 2007 in de Verenigde Arabische Emiraten woonde, had eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar deze aanvraag was in 2019 ook niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van de eiser, die aanvoert dat hij geen toegang kan krijgen tot de Filipijnen en dat hij daar niet veilig is. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij geen toegang kan krijgen tot de Filipijnen en dat de Filipijnen niet als veilig land voor hem kunnen worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.