Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Het bestreden besluit
Beoordeling rechtbank
“certain degree of hardship”die maakt dat het van de gezinsleden
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor het verblijfsdoel 'medische behandeling'. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 30 januari 2023 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 19 april 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn zoon als curator, en de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormt, gelet op zijn justitiële documentatie en recente veroordelingen. Eiser heeft in het verleden een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd gehad, maar deze is ingetrokken vanwege zijn strafrechtelijke verleden. Ondanks de verslechterde gezondheidstoestand van eiser, die heeft geleid tot uitstel van vertrek, weegt de staatssecretaris de belangen van de openbare orde zwaarder dan de belangen van eiser. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM, omdat de staatssecretaris een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor de verblijfsvergunning. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 juni 2024.