ECLI:NL:RBDHA:2025:10421
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en oplegging van dwangsom
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft een asielaanvraag ingediend op 3 maart 2024, maar de minister heeft niet tijdig beslist. Eiser heeft de minister in gebreke gesteld op 6 december 2024, waarna hij beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de minister op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 binnen zes maanden op de aanvraag had moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn niet rechtsgeldig is verlengd en dat het beroep gegrond is. De rechtbank legt de minister een termijn van zestien weken op om alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500,-. Eiser krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 907,- toegewezen.