In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van de Nationale Ombudsman (No) op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) beoordeeld. Eiser had verzocht om documenten die verband houden met uitlatingen van de No en klachten over het CBR. De No had enkele documenten openbaar gemaakt, maar andere niet, onder verwijzing naar persoonlijke beleidsopvattingen en de Awb. De rechtbank oordeelt dat de openbaargemaakte documenten niet de bron kunnen zijn voor de media-uitlatingen van de No, en dat de No ten onrechte op artikel 9:36 van de Awb beroept. De rechtbank concludeert dat er sprake is van misbruik van recht, omdat het beroep van eiser niet is ingediend met het doel om publieke informatie te verkrijgen, maar om de No te frustreren. Dit oordeel is gebaseerd op eerdere uitspraken van de hoogste bestuursrechter over andere Woo-verzoeken van eiser. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af, met de mogelijkheid dat eiser in toekomstige procedures kan worden veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.