ECLI:NL:RBDHA:2025:11295
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunningen van Bengalese eisers met terugwerkende kracht
Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van drie Bengalese eisers die in beroep gingen tegen de intrekking van hun verblijfsvergunningen door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had een verblijfsvergunning voor studie, terwijl eiser en eiseres 2 een afhankelijk verblijfsrecht hadden. De minister had op 16 februari 2024 de verblijfsvergunningen met terugwerkende kracht ingetrokken, omdat eiseres niet meer voldeed aan de voorwaarden van haar vergunning. De rechtbank oordeelde dat de eisers geen procesbelang hadden, omdat hun beroep niet zou leiden tot het herstel van hun verblijfsvergunningen. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van het bestreden besluit plaatsvond. De eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.