In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, gaat het om een beroep dat eisers hebben ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. De eisers stellen dat de minister niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvraag, ingediend op 8 november 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eisers om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen acht weken na het verstrijken van de termijn van 21 maanden een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 3 oktober 2025. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eisers vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. B.A. Smit, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.