In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar aanvraag voor een herbeoordeling van haar Wajong-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar is overschreden. Eiseres had op 8 september 2023 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 28 juli 2023, waarin het Uwv de behandeling van haar aanvraag stopzette. Op 16 april 2025 heeft eiseres beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat het Uwv niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het Uwv de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden op 4 juli 2025.