ECLI:NL:RBDHA:2025:13147
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot buiten behandelingstelling van aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004)
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2025, in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, wordt het besluit van het college om de aanvraag van eiser om bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004) buiten behandeling te stellen, beoordeeld. Eiser had op 3 april 2024 een aanvraag ingediend, maar het college stelde deze buiten behandeling omdat eiser niet alle gevraagde documenten had overgelegd. Eiser was het hier niet mee eens en voerde verschillende beroepsgronden aan. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat eiser niet alle benodigde informatie had verstrekt om zijn aanvraag te kunnen beoordelen. Eiser had weliswaar enkele documenten ingediend, maar essentiële stukken ontbraken nog steeds. De rechtbank concludeert dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld en dat er geen sprake was van een toezegging van het college om eiser een Bbz-uitkering toe te kennen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.